EMU-saldo

Het overzicht van het EMU-saldo is een verplicht onderdeel in de begroting. Samen met de geprognosticeerde balans geeft het inzicht in toekomstige ontwikkelingen van de financieringsbehoefte van de gemeente Gouda.

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2019

2020

2021

2022

2023

Volgens begroting 2020

Volgens meerjaren-raming in begroting 2020

Volgens meerjaren-raming in begroting 2020

Volgens meerjaren-raming in begroting 2020

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

0

-632

634

3.449

4.369

Mutatie (im)materiële vaste activa

-2.764

-2.858

5.703

6.257

-991

Mutatie voorzieningen

0

0

0

0

0

Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

-1.510

-4.715

-6.920

-3.992

-6.125

Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

0

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

4.273

6.941

1.850

1.184

11.485

De begroting van Gouda is opgesteld conform een (gemodificeerd) stelsel van baten en lasten. Het EMU saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie.

Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. Zoals eerder aangegeven werkt de EMU-systematiek op een andere manier dan het (gemodificeerde) baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Het EMU-saldo van Gouda voor 2020 komt uit op € 6.941.000, wat betekent dat in EMU-termen de inkomsten € 6.941.000 groter zijn dan de uitgaven.

In de jaren tot en met 2015 werden er een individuele referentiewaarden van het EMU-tekort vastgesteld. Voor 2019-2022 is het jaarlijkse aandeel in het EMU-saldo van de decentrale overheden gesteld op 0,4%. Er is geen onderverdeling naar gemeenten, provincies en waterschappen vastgesteld. Het aandeel in het EMU-tekort betreft een inspanningsverplichting, er staat momenteel geen sanctie op een eventuele overschrijding van het toegestane EMU-tekort.